Archief Submenu Home  /  Nieuws  /  Archief  /  Belangrijke wijziging van de Woningwet
01 mei 2007

Belangrijke wijziging van de Woningwet

Op 1 april 2007 is een wijziging in de woningwet in werking getreden (Stb 2007,27). De wijziging heeft vooral ten doel de naleving, handhaving en handhaafbaarheid van de bouwregelgeving te verbeteren. De burgers en ondernemers krijgen meer de verantwoordelijkheid voor het naleven van de regels. Dit gebeurd simpelweg doordat nu vastgesteld is dat bestaande bouwwerken blijvend moeten voldoen aan het bouwbesluit en de bouwverordening. Er is een verbod gekomen op het bouwen zonder bouwvergunning en bouwverordening.

De gewijzigde woningwet legt meer verantwoordelijkheid bij burgers en ondernemers. Het wordt voor de gemeentes eenvoudiger om te handhaven en de gemeente stelt het handhavingsbeleid vanaf nu zelf vast. Voor gebouwontwerpers betekent dit vooral dat de verantwoordelijkheid voor het afleveren van een goed gebouw groter wordt en blijft verantwoordelijk voor afwijkingen van de voorschriften, ook na afgifte van de bouwvergunning. Hoe steekt de wetgeving op dit ount nu in elkaar, een uiteenzetting:

Aannemelijkheidsbeoordeling nieuwbouw

Het is verboden om te bouwen zonder of in afwijking van een bouwvergunning. Nieuw is dat een bouwvergunning wordt verleend als voldoende aannemelijk is gemaakt dat het bouwwerk voldoet aan het Bouwbesluit en de bouwverordening. Bij de preventietoets is namelijk niet met zekerheid vast te stellen dat voldaan wordt aan alle voorschriften van het Bouwbesluit en de bouwverordening. Voor enkele onderdelen is dat pas vast te stellen als het gebouw is gerealiseerd. Bovendien is in de bouwaanvraag niet alles tot in detail uitgewerkt. Sommige detailkeuzes maakt men pas tijdens de bouw. Daarom is de technische toets in de nieuwe woningwet beperkt tot een “aannemelijkheidsbeoordeling”, aan het Bouwbesluit 2003 en de bouwverordening. Dit is vastgelegd in artikel 44, eerste lid, onderdelen a en b.

De onderdelen van een bouwplan waarvan slechts aannemelijk gemaakt is dat was voldaan aan het Bouwbesluit en de bouwverordening, moeten echter wel voldoen aan de genoemde voorschriften. Dit wordt uitgedrukt in de artikelen 1b en 7b van de Woningwet. Hierin staat dat het verboden is om in strijd of in afwijking van het bouwbesluit en de bouwverordening te bouwen, tenzij de bouwvergunning dat uitdrukkelijk toestaat. Een bouwvergunning geeft aldus vanaf nu slechts het recht om te bouwen. Je kan er als ontwerper, bouwer of eigenaar geen andere rechten uit ontlenen dan het recht om te bouwen. Dat komt bijvoorbeeld naar voren als er een fout is gemaakt in de aanvraag. Als de gemeente tijdens de toets de fout (onverhoopt) niet heeft ontdekt en het bouwplan voldoet dientengevolge niet aan het Bouwbesluit 2003 of de bouwverordening, dan mag de gemeente de genoemde fout ook na het verlenen van de bouwvergunning handhaven. Wat minstens zo belangrijk is: de gebruiker houdt ook na het verlenen van de bouwvergunning verantwoordelijkheid om de fout te herstellen.

In artikel 1a van de nieuwe Woningwet wordt een “zorgplicht “geïntroduceerd. De plicht geldt onder meer voor eigenaren en beheerders van bouwwerken. De zorgplicht fungeert als vangnet bepaling als er zich onveilige situaties voordoen.

Overtreding van de bouwregelgeving wordt met de nieuwe Woningwet strafbaar gesteld in de wet op de economische delicten. Verwijtbare overtredingen die niet meer ongedaan kunnen worden gemaakt en overtredingen die de rechtsorde ernstig hebben geschokt kunnen zwaarder worden gestraft.

Handhaving voorschriften bestaande bouw

Er is fors geschrapt in het complexe aanschrijfinstrumentarium, aldus VROM. Dit kon door in het tweede lid van de artikelen 1b en 7b de eis op te nemen dat bestaande bouwwerken moeten voldoen aan respectievelijk het Bouwbesluit en de bouwverordening. Het niet voldoen aan deze voorschriften is in de nieuwe woningwet een overtreding waartegen direct, zonder formele tussenstap van een specifiek aanschrijfbesluit, een handhavingsbesluit kan worden genomen (bestuursdwang of last onder dwangsom). Op grond van artikel 13 van de Woningwet blijft het voor gemeente ook onder de nieuwe woningwet mogelijk om aan de eigenaar een verplichting op te leggen dat aan een bestaand bouwwerk aanvullende bouwkundige voorzieningen moeten worden aangebracht, tot maximaal het niveau voor nieuwbouw uit het Bouwbesluit 2003. Daaraan blijft echter wel de voorwaarde gesteld dat deze extra voorzieningen als noodzakelijk aan te merken moeten zijn.

Verbetering handhaving

Met de wijziging van de Woningwet zijn de handhavingsmogelijkheden bij eigendomsoverdracht verbeterd. Met de nieuwe Woningwet is het niet alleen de persoon die daadwerkelijk illegaal heeft gebouwd. Door te bepalen dat het verboden is om een illegaal bouwwerk in stand te laten, kan ook de nieuwe eigenaar als overtreder worden aangemerkt. Deze is dus niet alleen aan te spreken via bestuursdwang, ook de kosten voor de toepassing van de bestuursdwang kunnen op deze persoon worden verhaald.

Het handhavingsbeleid komt te rusten op het perceel en geldt voor iedere opvolgende eigenaar. Dit voorkomt dat de gemeente opnieuw een handhavingsprocedure moeten opstarten bij eigendomsoverdracht. Het is dan wel nodig het handhavingsbesluit is ingeschreven in de openbare registers.

printbare (word) versie

Bron: www.VROM.nl